Beginnen met Modelvliegen
Modelvliegen is een hobby voor jong en oud. Het is een hobby vol spanning, ontspanning, techniek en gezelligheid. Binnen de modelvliegsport zijn verschillende disciplines zoals motorvliegen, zweefvliegen en helivliegen.
Het wordt voor een leuke en goede start met modelvliegen absoluut aangeraden lid te worden van een vliegclub. Veel mensen onderschatten de vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het veilig kunnen besturen van een modelvliegtuig.
Dit heeft vaak tot gevolg dat ze zelf en alleen gaan proberen te leren vliegen, en in 99% van de gevallen heeft dit schade aan het model tot gevolg. Iets dat, indien er met een instructeur was gevlogen, niet nodig had hoeven zijn.
Veel beter is lid te worden van een plaatselijke modelvliegclub en gratis instructie te krijgen van een ervaren modelvliegpiloot, en daarnaast ook nog eens te kunnen profiteren van de daar aanwezige kennis.
Wildvliegen en aansprakelijkheid
Een ander punt wat opgemerkt dient te worden is dat verzekeringsmaatschappijen voor een aansprakelijkheidsverzekering als eis kunnen stellen dat er op een speciaal daarvoor aangewezen terrein moet worden gevlogen en/of er toestemming moet zijn van de desbetreffende landeigenaar.
Is dit niet het geval dan bestaat de kans dat je verzekeringsmaatschappij de schade niet dekt, en je zelf dus voor de eventuele kosten mag opdraaien.
Slow flyer vs 'normale' trainer
Aangezien het aanbod van verschillende toestellen nu veel groter is dan enkele jaren geleden, merk je ook dat mensen die willen beginnen met deze hobby, andere wensen hebben dan wat 'gewend' is in de modelvliegsport.
Vroeger was het normaal dat je begon met een Charter - een volledig zelf te bouwen brandstof trainer - maar tegenwoordig willen mensen ook graag met een ARF Slow flyer (piepschuim al dan niet) leren vliegen.
Of dit aan te raden is, is een beetje afhankelijk van hoe ver je met deze hobby wilt gaan. Als je geen ambities hebt om in de toekomst ook grotere (brandstof of elektro) vliegtuigen te gaan vliegen, dan is het best mogelijk met bijvoorbeeld een Piper Cub Slowflyer te leren vliegen.
Als je later echter ook grotere modellen wilt vliegen dan is het advies gewoon met een normale trainer (met minimale spanwijdte van 150 cm) te beginnen.
Brandstof of elektro?
Het is niet makkelijk een advies te geven, of je met brandstof of elektro moet beginnen. Het enige wat je moet weten is dat het een dure aangelegenheid wordt om van de een op de ander te switchen. Bepaal dus duidelijk van te voren wat je wilt vliegen.
Electro vliegen heeft het voordeel dat het makkelijker is in te bouwen en het direct werkt. Goed is het om meerdere vliegaccu’s te hebben zodat je op een middag vaker kunt vliegen en niet hoeft te wachten dat de lege accu is opgeladen.
Wel dien je een goede acculader erbij te nemen die redelijk snel kan laden en geschikt is voor de accu’s die je gebruikt.
Veel beginners beginnen nu met een elektro vliegtuig. Het vermogen is nagenoeg gelijk aan de brandstof vliegtuigen, dit komt door het gebruik van moderne koolborstelloze motoren met regelaars. Electro is schoon en is milieuvriendelijk.
Brandstof vliegtuigen spreken sommigen meer aan en wordt als meer “echt” ervaren. Kleine brandstof motoren vliegen vaak op een mix van methanol, olie en een klein aandeel nitromethaan. Je koopt het kant en klaar in kannen van 5 liter bij gerenommeerde modelbouw zaken. Bij brandstof motoren speelt natuurlijk de techniek van de motor een grote rol van het plezier van een dergelijk vliegtuig. Het starten, afstellen en het vliegen ermee is een ander ervaring als met elektro aangedreven modelvliegtuig. Bij grotere brandstof motoren gaat men vaak over op kleine benzine motoren. Ze zijn er al vanaf 10cc maar meestal begint men vanaf 20cc over te gaan op benzine motoren. Zo hebben deze moderne motoren elektronische ontsteking en draaien prima.
Het is een persoonlijke keuze en niet goed aan te geven wat je moet kiezen. Electro is makkelijk en snel om mee te beginnen, bij grotere vliegtuigen is brandstof motoren erg realistisch. Per slot zijn we aan het modelvliegen.
Electro vliegen is misschien bij aanschaf iets duurder omdat je eigenlijk meerdere accu’s nodig bent en een goede lader. Na verloop van tijd verdient dit zich terug omdat je niet telkens dure brandstof hoeft te kopen.
Wat zijn geschikte beginnerstoestellen?
Dit is een van de meest gestelde vragen van beginners. In ieder geval wordt je eerste model een hoogdekker (vleugel op de romp) en het liefst met een spanwijdte van ongeveer 1.5m.
Qua brandstof modellen komen de Robbe Charter, Sig Kadet LT40, Graupner Trainer Serie, of Kyosho Calmato (ARF) in aanmerking.
Huidige modelvliegtuigen kunnen ook uitgerust worden met borstelloze elektro motoren met een toerental regelaar ook wel speed controller genoemd. De vakhandel kan hier in adviseren en ook op de club is er altijd wel advies in te winnen.
Zelf bouwen of ARF?
Er zijn er veel goede en vooral goedkope compleet gebouwde en bespannen trainers te krijgen, zogenaamde ARF's (Almost Ready to Fly)
Een voordeel is dat je op korte termijn 'airborne' bent, een nadeel dat je niet bekend bent met de constructie van een modelvliegtuig en zodoende ook lastig reparaties op je model kan uitvoeren.
Het is bijna uitgesloten dat je geen schade zult krijgen, en dan is het wel handig als je zelf ook weet hoe je het kan repareren.
Ook is het zo dat een ARF uiteindelijk goedkoper is dan veel bouwpakketten. Je hoeft (afhankelijk van het merk en type ARF) verder namelijk vaak geen kosten te maken m.b.t. krimpfolie/kwiklinks/brandstoftank/landingsgestel/overige accessoires.
Maar zoals gezegd dit is sterk afhankelijk van het merk en type ARF-model.
Welke zender?
Aan zenders is er zoveel keus dat voor een beginner het vaak moeilijk is een goede keuze te maken. Algemeen advies is in ieder geval te kiezen voor dezelfde merken als wat op de vliegclub wordt gebruikt, omdat het dan makkelijker is gebruik te maken van een leraar/leerling koppeling van zenders. Clubleden met dezelfde zender kunnen je eventueel verder helpen met de bediening en functies van de zender.
Er worden eigenlijk alleen nog maar de nieuwe 2,4 GHz zenders met ontvangers verkocht. Ze zijn zeer betrouwbaar. Het is raadzaam om minimaal een 4 kanaals zender te kopen maar beter is een 6 kanaals. Op het moment dat je ander toestellen gaat bouwen of kopen hoef je niet opnieuw te investeren in een nieuwe zender. Koop een zender met voldoende modelgeheugens en instelmogelijkheden. Veel zenders hebben de mogelijkheid om met een kabeltje te werken tussen je eigen zender en die van de instructeur zodat hij kan helpen zonder steeds de zender over te geven tijdens lessen. Een goed voorbeeld is een DX6 van Spektrum.
Maar er zijn natuurlijk nog veel andere die net zo goed zijn of beter. Let er wel op welke mode er wordt gevlogen op een vliegclub. Bij de Roderluchtvaartclub vliegen we op mode1. Dat wil zeggen dat we het gas op de rechter stuurknuppel hebben samen met de ailerons ( roeren in de vleugel) en dat we de hoogte roer op de linker stuurknuppel hebben samen met de richtingroer. Het voordeel dat we allemaal met dezelfde mode vliegen is dat in geval van problemen we elkaar snel kunnen helpen. Een instructeur of ander vlieger kan dan snel jou zender overnemen.
Oefen op een simulator!
Iets waar je als beginnend modelvlieger absoluut iets aan hebt is een simulator. Het grote voordeel hiervan is dat je al vast bekend kan worden met de besturing middels zendersticks, en hoe een model reageert op de ingegeven stuurcommando's.
Het kan - en in veel gevallen zal - je zeer zeker enkele crashes kunnen besparen, en is daardoor een van de goedkoopste trainingen. Er is al een dummyzender inclusief de simulator EasyFly voor 50 Euro, maar het is ook mogelijk met enige kennis zelf een interface te maken om je eigen zender aan te sluiten, en gebruik te maken van de gratis simulator FMS